Na jaren eindelijk weer eens naar het land dat ik het mooiste vind in Europa: Italië. De bedoeling was om eerst een aantal dagen in de Dolomieten te vertoeven en later 14 dagen in het zuiden van de Toscane. Met de auto en uiteraard de motor mee achter op een trailer. Zaterdagochtend om heel vroeg vertrokken en aanvankelijk hebben we een probleemloze rit, totdat we bij Kassel in 11km file terechtkomen. Verder op de weg geen problemen totdat we op de Brennerpas terechtkomen. Een bui van jewelste. Uit voorzorg ben ik maar achter een grote vrachtwagen gaan rijden. Deze maakte een aardig spoor zodat ik redelijk safe richting Italië kon rijden.
In de Dolomieten aangekomen zijn we bij toeval terecht gekomen in het plaatsje St. Ulrich/Ortisei in hotel Snaltnerhof. En wat bleek……onze grote vriend Carl Fogarty had in dat hotel een aantal jaren geleden gelogeerd. Leuk dus om te vertellen bij de open haard. Verder in de Dolomieten weinig meegemaakt, of het moet zijn geweest dat ik op een gegeven moment naar de achterpartij van mijn Duc keek. “Hééé, wat ze ik nou?” Of beter gezegd wat zag ik niet. Een aantal tanden van het achtertandwiel bleken foetsie. Gelukkig was niet ver van het hotel een Ducatidealer. Met een nieuw tandwiel heb ik nog een aantal mooie ritten gemaakt in 2 dagen tijd, waaronder de Sella Runde. Een bergmassief waar 4 passen omheenlopen. Als je nog nooit zeeziek bent geweest van bochtjes draaien moet je daar beslist een keer naartoe.













Daarna was het doorrijden naar de Toscane. We hadden een tent gehuurd aan de kust nabij Grosseto. Dat zo’n volledig ingerichte tent zijn voordelen heeft bleek al snel. Na ca. 1 uur na aankomst zat ik al op de motor mijn, in het vervolg, dagelijks rondje te rijden.
Over de Toscane als motorgebied niets dan goeds. Verschrikkelijk mooi “grijperig” asfalt (al zijn er best wel gladde stukken bij) verder een heel mooi landschap en natuurlijk heel veel cultuur. Sterker het barst er van de cultuur, zeker door het verblijf van de Etrusken daar. Maar m.i. zijn er pagina’s op internet te vinden die er heel goed en mooi over kunnen schrijven. Dat gaat me hier iets te ver. Een paar foto’s van het plaatsje Pitigliano wil ik echter niet onthouden.





Verder heb ik nog wel een aantal dingen meegemaakt. Wat te denken van het volgende: Op de grotere wegen rond Grosseto stonden op parkeerhaventjes geregeld dames die, naar mijn idee, bepaalde diensten aanboden (volgens een campinggast stonden deze dames allemaal op de bus te wachten). Aangezien ik daar absoluut geen trek in had ging ik, toen mijn nicotinegehalte een te laag niveau had bereikt, op zoek naar een lege parkeerhaven. Ik dacht dat ik er één gevonden had. Toen ik mijn handschoenen, helm en leren jack had uitgetrokken en bezig was in mijn tanktas naar mijn sigaretten te zoeken sprong er een donker gekleurde jonge vrouw uit de bosjes en begon tegen me in het Italiaans te brabbelen. “No parlo Italiano” zei ik op mijn beste Italiaans. Al gauw bleek dat deze jonge dame Engels sprak en mij wel met handen en mond wilde helpen….althans het Engelse woord “blowjob” had ik al eens ergens anders gehoord. Nadat ik haar in een goed gesprek had duidelijk gemaakt haar diensten niet te willen afnemen ben ik aangekleed weer weggereden. Met een kop als een boei, want stel je voor dat er bekenden langs zo’n parkeerhaven rijden en ze zien je staan smoezen met zo’n meid…….dan maak je nauwelijks iemand wijs dat er niks gebeurd is.
Later in de week kwamen een tweetal Duitsers bij ons op de camping staan, niet ver van onze plek verwijderd. Na een eerste inspectie mijnerzijds bleek dat de heren de beschikking hadden over een Yamaha R1 en een Kawasaki ZX-9R. Voorwaar geen slechte machines. “Möchten wir einmal zudritt fahren gehen?” (Ik realiseerde me ineens dat ik deze vakantie wel heel erg internationaal bezig was). “Ja, natürlich, sag mal wann und wo” was het antwoord van beiden. Onder het genot van een fles wijn en een fles Sambucca zijn toen plannen gesmeed om een rondje te maken van zo’n 400km. Van de camping naar Volterra en dan via Sienna weer terug. De weg van Sienna naar de camping had ik al een keer eerder gereden die week, fantastisch, nagenoeg 70km alleen maar mooie bochten rijden met 3 haarspeldbochten.




Een heerlijke tocht hebben we gehad. We zijn vroeg vertrokken en hebben vlak na Volterra ons tegoed gedaan aan Spaghetti, sla en liters water. Dat eerste gedeelte reed één van de Duitsers voorop. Lekker vlot reden we de route en na Sienna zou ik het voortouw nemen. Dat ging heerlijk. Zwierend door de bochten totdat………in een bocht gooide ik zoals anders de motor lekker plat. Zowat halverwege voelde ik dat ik geen grip meer had, de uitlaatbocht sleepte over de grond en toen ik de motor iets rechtop zette, kreeg het achterwiel de volle grip en stond in de bocht ineens rechtop……..recht op een diepte af……Op het laatste moment liet ik de motor los en dacht: “Alles goed, maar ALS er iemand gaat….ik ga niet met je mee”. Ik stuiterde zodoende van de motor af en kwam tegen een opstaande rand vlak voor de diepte tot stilstand, de motor slecht een halve meter verder. Die was tegen de opstaande rand opgekwakt en de uitlaat heeft de val naar beneden tegengehouden. Nadat ik wat suffig om me heen zat te kijken en mijn bovenste kleding had uitgetrokken (helm, handschoenen en jack) kwamen de 2 Duisters verschrikt aangereden en zeiden “Rauch mal erst zwei Zigaretten du!” Nadat ik die gouden tip had opgevolgd en zij de motor weer los hadden getrokken heb ik eerst maar naar het thuisfront gebeld of ik niet met de trailer gehaald kon worden, immers, de motor liep niet meer.




Toen ik van mijn 3e sigaret zat te genieten zei ik tegen mijn tijdelijke motorkornuiten “Guck mal was ich kann!!!” Als ik mijn lichaam naar voren bewoog, ging mijn schouder vanzelf naar voren en toen ik weer achteroverleunde ging die weer naar achteren. Nadat ik een tijdje dit nieuwe speelgoed had uitgeprobeerd begon ik toch wel verrekte veel pijn te krijgen aan die schouder. Later in het ziekenhuis werd toen geconstateerd wat ik toen eigenlijk al wist: mijn sleutelbeen was gebroken. Dat betekent dus mooi een maand geen motor rijden. Later bleek dat ik de achterste kruisband van mijn knie ook nog had afgescheurd. Dus daar ben ik voorlopig nog wel even zoet mee. Wat een ellende: Een gebroken botje, een verrotte knie, een motor in puin en een deuk in mijn ego. Maar godzijdank…..het had zo anders af kunnen lopen als……en als……..en als……… maar die zijn niet van toepassing.


De rest van de vakantie (we hadden nog een paar dagen) heb ik wat voor de tent gebivakkeerd. Op de terugreis de “rode dame” maar bij Biggelaar neergezet en die kwam al vrij snel met de opmerking: “Zo Lex, dat ziet er niet best uit”. “Nee” zei ik, wat glimlachend als de bekende boer, “sleutelbeen gebroken”. “Ik bedoel de motor, die is volgens mij total loss”. Volledig gedesillusioneerd zijn we naar huis gereden. Geen motor, niks achter de auto, alleen de aanblik van een lege trailer. Maar goed, het zal toch niet al te lang duren of ik rijd wel weer? Jawel………..
Wat trouwens ook nog vermeldenswaard is, is dat we bij een tankstop op de grens van Italië en Oostenrijk bij het benzinestation naar de laatste meters van de Tour de France stonden te kijken. Totdat opeens het hele station hevig begon te schudden. Even maar, zo’n seconde of 2 à 3. Waarop de plaatselijke diender zegt: “Das war ein Erdbeben”. Ja natuurlijk vent, laat je nakijken. Wat bleek…..even later op het nieuws hoorden we dat in Merano het episch centrum lag van een aardbeving met een kracht van 5,2 op de schaal van Richter. Merano ligt 70km van de plek waar wij de schok voelden. Verrek, had die gast nog gelijk ook zeg………
